Aan eenen jongen visscher

Rozen zijn niet zoo schoon als uwe wangen,
Tulpen niet als uw bloote voeten teer,
En in geen oogen las ik immer meer
Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen.

Achter ons was de eeuwigheid van de zee,
Boven ons bleekte grijs de eeuwige lucht,
Aan ‘t eenzaam strand dwaalden alleen wij twee,
Er was geen ander dan het zeegerucht.

Laatste dag samen, ik ging naar mijn Stad.
Gij vaart en vischt tevreden, ik dwaal rond
En vind in stad noch stiller landstreek wijk.

Ik ben zóo moede, ik heb veel liefgehad.
Vergeef mij veel, vraag niet wat ik weerstond
En bid dat ik nooit voor uw schoon bezwijk.

Dichter(s): Jacob Israël de Haan

Locatie: Coördinaten: (52.374367803310676, 4.884576201438904)

Taal: Nederlands

Meer info: Foto en sonnet om de volgende ‘twee’ straatgedichten in de database aan te vullen: https://straatpoezie.nl/gedicht/naar-vriendschap-zulk-een-mateloos-verlangen/ en https://straatpoezie.nl/gedicht/aan-eenen-jongen-visscher/

Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.