Hij kijkt haar aan. Zijn droeve ogen
zoeken haar rondingen, haar blanke hals.
Een straatorgel kreunt vals een wals.
“De tijd met jou was kort”, denkt hij bewogen.
“Je was mijn lief, onovertroffen”,
zucht hij en laat haar met een zwakke hand
ontdaan, door weemoed overmand,
luid snikkend in de glasbak ploffen.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.