Zilver Spaarne, middernacht
Een grijze gloed streelt de straten.
De boten, je haren, het nog warme gras,
Temidden de mist, gelukkig verlaten.
Verlegen zwijgend, schuw als ik was.
Jij was ook al nooit zo'n prater.
Je omhelst me, en je lacht,
De maan kijkt weif'lend op uit 't water.
Zilver Spaarne, middernacht.
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.